Een azc zonder hekken én zonder klachten: hoe een azc wél werkt

WINTERSWIJK – In de discussie over asielzoekerscentra (azc’s) draait het vaak om zorgen en weerstand. Zelden gaat het over de vraag hoe je een azc leefbaar maakt. Onderzoek laat zien: een ‘sobere’ opvang schrikt niemand af, maar maakt het verblijf wel onnodig zwaar, voor bewoners én de buurt.

Wijk en azc vormen hier één gemeenschap.
Wijk en azc vormen hier één gemeenschap. – Foto: Omroep Gelderland

Meer dan tien jaar geleden deed een architectenbureau in opdracht van het Atelier Rijksbouwmeester onderzoek naar leefbaarheid in azc’s. Aanleiding was de tijdelijke opvang in de voormalige Bijlmerbajes. Hun conclusie? Kleine aanpassingen maken al een groot verschil: duidelijke bewegwijzering, een welkomstbord bij binnenkomst, toegang tot wifi om contact te houden met het thuisfront. Nu ontbreken dat soort voorzieningen vaak.

Er zijn geen vaste richtlijnen voor hoe een azc eruit moet zien. De enige richtlijn vanuit de overheid is dat het ‘niet comfortabeler mag zijn dan een sociale huurwoning’. Dat leidt in de praktijk tot volle kamers, gedeelde wc’s en kale muren waaraan zelfs geen schilderij mag hangen.

'Het voelt niet als een thuis'

Abbas uit Libanon woont in een complex speciaal voor lhbtiq+-asielzoekers in Winterswijk. Hij voelt zich geaccepteerd door de buurt. “De Nederlandse buren zijn zo aardig tegen ons.” Toch mist hij ook huiselijkheid: “We mogen geen posters ophangen. Geen kleuren, geen foto’s. Het voelt niet als een thuis.”

We hebben bewust gekozen voor een azc zonder hekken en slagbomen

Locatiemanager azc Winterswijk

Dat ‘thuisgevoel’ is belangrijk, benadrukt Marc Muis, de locatiemanager van het azc in Winterswijk. Zijn locatie wordt vaak genoemd als ‘succes-azc’. “We zitten midden in een wijk”, vertelt hij. “Het azc is 23 jaar geleden gebouwd en de wijk is eromheen gegroeid. Dat helpt enorm in de integratie.” Ook is er bewust gekozen voor een open inrichting. “Geen hekken, geen slagbomen. Dat maakt de drempel veel lager.”

Openheid en contact

In Winterswijk is er goed contact met de buurt. “We hebben vier keer per jaar overleg met omwonenden, samen met de gemeente, politie en beveiliging”, zegt Muis. Ook worden er gezamenlijke activiteiten georganiseerd, zoals speelmomenten in het nabijgelegen park. “Kinderen uit het azc en de wijk spelen daar gewoon samen. Dat contact is vanzelfsprekend geworden.”

Het streven is volgens Muis niet om mensen langdurig in het azc te houden, maar om ze op weg te helpen naar een eigen woning. “Dat betekent niet dat het hier luxe moet zijn, maar je moet er wél iets van maken met elkaar.”

Huidige debat: 'sobere opvangplekken'

Sara Miellet, onderzoeker asielopvang, vindt de landelijke opvangsituatie zorgelijk. “Veel opvangplekken zijn geïmproviseerd en voldoen niet aan basale normen. Geen ramen, slechte ventilatie en weinig privacy. Dat brengt gezondheidsrisico’s met zich mee.”

Volgens het kabinet moet de opvang ‘sober’ zijn. Daarmee wordt bedoeld: niet luxer dan een sociale huurwoning, om scheve ogen in de samenleving te voorkomen. Maar wat ‘sober’ precies inhoudt, is niet duidelijk vastgelegd.

Toch suggereert het debat vaak dat de opvang te comfortabel zou zijn, zegt Miellet. “Maar de realiteit is: het beleid is al decennialang sober. Mensen delen een kamer met zes anderen, wonen ver van voorzieningen en moeten soms een half uur lopen naar de dichtstbijzijnde supermarkt.”

Wat maakt een azc 'succesvol'?

Volgens Miellet zijn er vier succesfactoren voor leefbare opvang: een centrale ligging, goede voorzieningen, betrokkenheid van bewoners én gedeelde ruimtes waar ontmoeting plaatsvindt. “We zien dat kinderen uit het azc samenspelen met kinderen uit de buurt. Daar begint het contact. Geef bewoners én omwonenden ruimte om mee te denken over hun leefomgeving.”

Nog een succesvoorbeeld: van klachtenlijn naar hulplijn

Een ander voorbeeld is het azc-locatie Heumensoord bij Nijmegen. Daar werd bewust gekozen voor een open azc, zonder hekken, met ruimte voor contact. Tijdens de opening konden buren ervaren hoe het is om in een azc te wonen. Het telefoonnummer dat bedoeld was voor klachten, werd vooral gebeld door mensen die hulp wilden aanbieden.

Wat vinden Nederlanders van asielopvang?

Veel Nederlanders vinden dat er minder vluchtelingen naar Nederland moeten komen, blijkt uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau. Vooral mensen met een lagere opleiding zijn daar duidelijk over. Toch zijn de meningen genuanceerd.

Zo is Nederland verdeeld over wie hulp nodig heeft en wie niet. Een meerderheid vindt dat Nederland mensen moet helpen die vluchten voor oorlog of geweld. Tegelijkertijd is er brede steun voor het snel terugsturen van asielzoekers uit veilige landen.

Slechts een derde van de mensen vindt dat Nederland de grenzen mag sluiten, zelfs als dat tegen de Europese regels is. De meeste mensen willen dat Nederland zich houdt aan afspraken met andere landen.

Bron: Sociaal Cultureel Planbureau (2024), Sociale en Culturele Ontwikkelingen.

Geschreven door Elcin Coraklar


Mail ons!
Heb jij een tip of opmerking? Mail naar de redactie: redactie@1achterhoek.nl.